De volkslening wil banken extra middelen ter beschikking stellen om noden in de reële economie te financieren. Eén van de basisopdrachten van banken is dat ze ons spaargeld gebruiken om kredieten te verstrekken. De laatste jaren gebruiken de banken onze gelden echter meer en meer voor andere zaken: bijvoorbeeld om hun handel in effecten te financieren of om te beleggen en speculeren voor eigen rekening. Zoals uit het onderzoek van FairFin ‘Een bank achteruit’ blijkt, gebruiken banken soms zelfs meer dan helft van de hun ter beschikking staande middelen, voor andere zaken dan kredietverlening.
Te weinig kredieten voor reële economie
Als onderdeel van de lopende bankhervormingen had de overheid banken kunnen verplichten om het overgrote deel van hun middelen in de reële economie te investeren. De overheid heeft dat evenwel nagelaten. Ondanks de massa’s gelden op onze spaarboekjes blijft er een nijpende kredietschaarste. Vele zinvolle projecten in de reële economie blijven van voldoende krediet verstoken omdat spaargelden voor andere dingen dan voor de financiering van de reële economie gebruikt worden. De volkslening wil daar iets aan doen. Wie intekent op een volkslening mag er vanuit gaan dat zijn middelen wél gebruikt zullen worden voor de financiering van de reële economie. Wettelijk is voorzien dat 90% van de opgehaalde middelen binnen het jaar gebruikt moeten worden voor ‘geschikte projecten’.
Ondanks de massa’s gelden op onze spaarboekjes blijft er een nijpende kredietschaarste. Vele zinvolle projecten in de reële economie krijgen onvoldoende krediet, omdat banken onze spaargelden gebruiken om te beleggen en speculeren voor eigen rekening.
Waarin wordt geïnvesteerd?
De wet die de volkslening regelt, stelt dat het moet gaan om projecten waarvan de inkomsten in België aan belasting onderworpen zijn en die een socio-economisch of maatschappelijk verantwoord doel nastreven. De lijst met projecten die aan die criteria beantwoorden, werd in een afzonderlijk KB vastgelegd. Een KB dat op de minsterraad goedgekeurd is en nu ter goedkeuring bij de Raad van State ligt.Het KB voorziet in een lijst met 23 projecten die in aanmerking komen. Daaronder vallen onder meer sociaal-culturele projecten als bouw of renovatie voor erkende ziekenhuizen, beschutte werkplaatsen, kinderdagverblijven, culturele centra, cultureel erfgoed, onderwijsinstellingen, sportinfrastructuur, publieke huisvesting, gevangenissen… Op milieuvlak komen investeringen en infrastructuurwerken met belang voor de volksgezondheid en de kwaliteit van het leefmilieu in aanmerking. Verder kunnen we denken aan openbare werken en investeringen in de openbare veiligheid zoals bouw en modernisering van kazernes, brandweer en politie. Ook aan het bedrijfsleven is gedacht: bedrijfsgebouwen, machines en uitrusting van kmo’s komen in aanmerking. Alsook onderzoek en ontwikkeling en exportfinanciering.
Meer dan enkel scholen en ziekenhuizen
Veel meer financieringsmogelijkheden dus dan de ‘scholen en ziekenhuizen’ waarvoor de volkslening in de media als extra financieringsbron naar voren is geschoven. En dat heeft zo zijn gevolgen. Een bank die een volkslening uitschrijft, is bijvoorbeeld volledig in overeenstemming met de wet als ze al de ingezamelde middelen gebruikt voor exportfinanciering. Het KB bepaalt immers niet dat in álle toegestane projecten geïnvesteerd moet worden. Wat opvalt in de productfiches van de eerste aangeboden volksleningen is dat er terzake geen keuzes gemaakt worden. Alle opties worden opengehouden. De wetgever heeft spijtig genoeg geen informatieverplichting aan de belegger voorzien. Tenzij de uitgever van de volkslening die info vrijwillig geeft, zal je als intekenaar op een volkslening niet te weten komen in welke concrete projecten geïnvesteerd is. Er is bijgevolg veel kans dat je zelf niet zal kunnen controleren of en hoe de wederbelegging waargemaakt is. De controle op het nakomen van de wederbelegging zal door de Nationale Bank van België gebeuren.
Schadelijke praktijken uitgesloten?
Wat ook opvalt, is dat degelijke uitsluitingscriteria ontbreken in de regelgeving. Tot bericht van het tegendeel, is het dus mogelijk dat met middelen uit de volkslening kredieten verstrekt worden aan bedrijven in de wapenindustrie, voor (export)financiering van bedrijven die mensenrechten niet respecteren, of aan initiatieven die het milieu onomkeerbare schade berokkenen. Ook dat is (helaas) reële economie. Als je er belang aan hecht dat je geld niet wordt gebruikt voor schadelijke investeringen, is het aangewezen te kiezen voor een volkslening uitgegeven door een bank die een degelijk uitsluitingsbeleid heeft: die maatschappelijk schadelijke investeringen uitsluit voor al haar kredietverlening. Dus ook voor kredieten verstrekt uit de via de volkslening opgehaalde middelen.
Triodos Bank en VDK
Triodos Bank en VDK zijn banken met een dergelijk uitsluitingsbeleid. Opmerkelijk is dat enkel VDK een volkslening zal aanbieden. Vanaf 20 januari zal je bij hen kunnen intekenen. Ze zullen investeren in de projecten opgesomd in het KB. Projecten die ook aan hun uitsluitingscriteria zullen moeten voldoen, wat betekent dat onder andere niet wordt geïnvesteerd in in de wapenindustrie of in bedrijven betrokken bij ernstige schendingen van de arbeidsrechten. Ook Triodos Bank sluit een hele reeks maatschappelijk schadelijke praktijken uit van financiering. Triodos is gespecialiseerd in het financieren van duurzame projecten. Ze stappen niet in de volkslening omdat ze, naar eigen zeggen, al jaren volksleningen geven. En niet enkel voor één product, maar voor al hun spaarproducten. Hun ganse kredietverlening is gericht op het financieren van projecten met een socio-economisch of maatschappelijk verantwoord doel. Het maatschappelijk resultaat dat de volkslening beoogt, wordt ook gerealiseerd door in te tekenen op hun gewone termijnrekeningen. Bovendien weet je bij Triodos welke projecten gefinancierd worden. Zij maken ze bekend op hun website.
Financiële voordelen?
Naast het inhoudelijke, is er natuurlijk ook nog het financieel aspect van de volkslening. Je kan deelnemen vanaf 200 euro. Als je geld hebt dat je voor 5 jaar of meer op een termijnrekening of in een kasbon van een bank wil plaatsen, biedt de volkslening een fiscaal interessant alternatief. Het extra fiscaal voordeel bestaat eruit dat je slechts 15% roerende voorheffing moet betalen op de rente die je op de volkslening ontvangt. Bij gelijkaardige bankproducten als een termijnrekening of een kasbon op 5 jaar of meer (waarbij je ook gelden op termijn ter beschikking stelt van de bank), betaal je 25% roerende voorheffing. Vergelijk de rente min roerende voorheffing van een gewone termijnrekening of kasbon van de bank met de rente min roerende voorheffing van de volkslening. Grote kans dat je met de volkslening voordeliger uitkomt. Daarnaast valt de volkslening, samen met onder meer de gewone spaar- en termijnrekening, onder de bankgarantie tot 100.000 euro per persoon per bank (niet per product). Interessant voor klanten dus, al blijft het vreemd om vast te stellen dat een fiscale stimulus gebruikt moeten worden om banken aan middelen te helpen die gebruikt moeten worden om hun – excuseer – verdomde bankplicht te vervullen: met name duurzaam krediet verstrekken.
Conclusie
Is de volkslening een goed idee? Betere structurele hervormingen waren beter geweest. Maar bij gebrek daaraan, biedt de volkslening toch een bijkomend alternatief. Bij een klassieke bank heb je via de volkslening immers de zekerheid dat je geld in de reële economie geïnvesteerd zal worden. Terwijl dat voor de termijnrekeningen of kasbons van bijvoorbeeld BNP Paribas of Deutsche Bank lang niet zeker is. Voor banken als VDK en Triodos Bank, die zowat alle hun ter beschikking gestelde gelden investeren in de reële economie, maakt de volkslening inhoudelijk nauwelijks verschil. Als klant heb je bij hen wel het voordeel dat ze duurzaamheid in al hun activiteiten beogen, bijvoorbeeld door uitsluitingscriteria te hanteren bij al hun kredietverlening. Wie klant is bij een klassieke bank als ING, Belfius of BNP Paribas kiest best voor een volkslening in plaats van voor de klassieke kasbon of termijnrekening. Maar wie gaat voor de meest duurzame oplossing op de markt, kiest best voor producten bij VDK of Triodos Bank.