Traiteurs met een hart voor natuurlijke ingrediënten

Traiteurs met een hart voor natuurlijke ingrediënten

Tom Torremans
geschreven door Tom Torremanslaatst aangepast op 18/03/2014
Tom Torremans van de Antwerpse website Susta ging tafelen in Colonia. Hij maakte er kennis met de uitbaters Loes en Krikke, die na omzwervingen in Australië en Azië een gezellige traiteurszaak openden waar natuurlijke, lokale producten voorop staan.
Colonia restaurant Antwerpen
Heerlijke bordjes met lokale seizoensgroenten

In 2060 ligt een parel die Colonia heet. Heerlijke geuren verspreiden zich vanuit de keuken achteraan het gerenoveerde pand. Kookpotten kletteren, messen worden geslepen. De architecten van de traiteurszaak en feestzaal zijn Loes en Krikke. Man en vrouw, foodies in hart en nieren. En met een leuk verhaal.

Wat mij inspireerde om voor natuurlijke voeding te kiezen? Boeken zoals de The Omnivore's Dilemma en In Defense of Food. Die schetsen hoe het staat met ons eten, hoe het komt dat we bepaalde dingen nu eten, welke impact de industrie heeft en hoe dat het sociaal-maatschappelijke beïnvloedt.

Take-away-shop

Loes en Krikke leerden elkaar kennen in een restaurant waar ze een extra centje bijverdienden. Het duurde niet lang of ze trokken samen op avontuur. "Samen hoopten we een paar restaurants af. Telkens kregen we het gevoel dat ze ons veel verantwoordelijkheid gaven. Na een tijd beseften we dat we dat zelf ook konden. We waren ongeveer 24 jaar toen ik een eenmanszaak startte. Ons zaakje was op dat moment niet rendabel genoeg om er met twee van te leven. Daarom werkten we in restaurants én deden we onze cateringopdrachten. Stelselmatig groeide ons traiteurzaakje. Na twee jaar zegden we die bij-jobs vaarwel en trokken we naar de Draakstraat. Daar hadden we onze eerste keuken met een take-away shop. Dat bleef maar groeien tot we er genoeg van hadden.”

Australische inspiratie

Loes en Krikke kochten Colonia, een voormalige drukkerij dat op dat moment nog een fameus bouwproject was. De werken gingen nog enkele jaren duren, een ideaal moment dus om andere oorden op te zoeken. “Loes en ik trokken met onze dochter naar Australië. Daar kwam ik een gepassioneerde kerel tegen die er een pizzeria uit de grond had gestampt. Maar een beetje atypisch. Het beleg was heel creatief, zoals pompoen met geitenkaas en pijnboompitten, scampi’s met cichorei en aiolie erover, of patatten met worst. In ieder geval geen toppings die we hier gewoon zijn. Hij deed dat ook op een heel integere manier met allemaal lokale producten, biologisch waar het kon. Het was een fijne mens die mij inspireerde. Daarnaast werkte ik ook in een ontbijt-lunchcafé. De eigenaar deed zijn stage bij een aantal grote Franse chefs in Parijs. Zijn concept was heel compact, geïnspireerd op de Britse stijl. Sandwiches, toast, worsten, spek en eieren. Een leuk idee dat je hier nog steeds niet ziet. Terwijl Loes op de kinderen paste, begon ze een mini versie Loes & Krikke. Ze kookte maaltijden die ze verkocht aan mensen via de school. Eén keer per week maakte ze ook lunch - zelfgebakken broodjes en verse soep - voor de studenten op de school van de kinderen. ’s Avonds als de kinderen in bed lagen ontwikkelde ze er haar zuurdesembrood. Dat maken we hier nu nog.”

Mentale boost

Hoewel Australië voor Loes en Krikke een unieke ervaring was, keerden ze na een jaar en enkele tussenstops in Azië terug. “Australië was leuk, maar ook hard. Met onze cowboystijl konden we daar niet blijven wonen. We hadden hier al iets gekocht. Ik had gelukkig veel goesting in het Colonia-project en maakte ’s avonds schetsen van wat ik hier zou doen als ik terug kwam.” Loes en Krikke vlogen er meteen in bij de eerste voeten op Antwerpse bodem. “Al kwamen we met een klein hartje terug. Wat met onze vroegere klanten? Hadden ze na een jaar geen andere traiteur gevonden die beter was of meer in hun kraam paste? Een mailing later kwam bij wonder 90 à 95% van onze klanten terug. In no time zaten we weer op de rails. Mentaal was dat zalig. Omdat Colonia nog niet klaar was, keerden we terug naar de Draakstraat. Dat pand was gelukkig nog niet verhuurd.”

Lokaal staat voorop

Ondertussen roeren Loes en Krikke in de kookpotten in Colonia. Ook hun visie ging mee naar hun nieuwe keuken. Biologisch mag, maar de voorkeur gaat uit naar lokaal-ambachtelijke producten. “Ik vind het niet erg dat mijn groenten geen biogarantielabel hebben. Ik wil er wel zeker van zijn dat mijn boer integer is en geen pesticiden of herbiciden gebruikt. Eigenlijk werkt bio zonder dat er een biostempel op staat. Dat vind ik belangrijk. “Wat mij inspireerde om voor natuurlijke voeding te kiezen? Boeken. In Australië stopte mijn baas mij boeken toe van Michael Pollan, een Amerikaanse journalist. Die schreef onder meer The Omnivore's Dilemma en In Defense of Food. Hij schets hoe het staat met ons eten, wat we nu eten, hoe het komt dat we dit nu eten, welke impact de industrie heeft en hoe dat het sociaal-maatschappelijke beïnvloedde. Hij linkt er beschavingsziektes en de milieuproblematiek aan. Dat creëerde bij mij wel een bewustzijn. Als je dat leest, is de keuze voor biologische en duurzame voeding vanzelfsprekend.”

Nieuw seizoensrestaurant

Tussen de krokusvakantie en Pasen plannen Loes en Krikke een nieuw seizoensrestaurant. Een formule die aanslaat. "Een verklaring? De mensen krijgen geen kaart, het is een menu. Pakweg 98% vindt het aangenaam om niet te moeten kiezen. De quality time met hun gasten vinden ze belangrijker. Dat is toch knap. En ze vinden het leuk dat alles met veel respect voor de natuur is klaargemaakt."

www.colonia.be

Ook gepost in: Maatschappij & Lifestyle