Tim Rayden, technisch adviseur bij de Wildlife Conservation Society, is een expert op het gebied van certificering van bosbeheer en houthandel en is werkzaam in het Kongobekken, het op één na grootste regenwoud op aarde. Naar aanleiding van de 15de verjaardag van FSC Nederland werd Tim uitgenodigd om te komen spreken over de impact van FSC boscertificering in Centraal-Afrika
Met een master in bosbouw op zak begint Tim tien jaar geleden aan zijn eerste avontuur in Centraal-Afrika. In een gezelschap van onderzoekers en leden van een lokale stam volgt hij in Noord-Congo een jaar lang een groep gorilla’s en bestudeert dagelijks hun gedrag. “De woon- en werkomstandigheden waren vrij extreem,” zegt Tim. Van zijn gezicht is af te lezen dat hij de situatie weer voor zich ziet. “Geen elektriciteit, geen water, niks. Het dichtstbijzijnde dorp was twee dagen reizen.”
Maar Congo maakt een blijvende indruk: jaren later keert Tim terug naar het gebied voor een conservatieproject bij de Wildlife Conservation Society, een organisatie die als doel heeft wilde dieren en natuurgebieden te behouden. Inmiddels stuurt hij hier teams aan op de gebieden bescherming van wilde dieren en anti-stroperij, onderzoek en community-ontwikkeling. “In dit gebied voel je dat alles wat je doet directe gevolgen heeft voor de natuur. Elke vergadering die we hebben met de overheid of het bosbouwbedrijf heeft rechtstreeks invloed op grote stukken bosoppervlak. En dat, meer dan wat dan ook, maakt het zo interessant om in deze regio actief te zijn."
Tim en zijn teams zijn werkzaam in twee verschillende gebieden: een niet-gecertificeerd bosgebied in Zuid-Congo rondom het stadje Zanaga en twee FSC-gecertificeerde concessies in de buurt van Ouesso in het Noorden. "Er is een wezenlijk verschil tussen gecertificeerde en niet-gecertificeerde bossen in de tropen. FSC-gecertificeerde bossen hebben duidelijk een positief effect op de sociale aspecten. Recent onderzoek van CIFOR toonde dit zeer duidelijk aan. Je ziet het aan hoe de bedrijven hun medewerkers trainen en aan hoe deze medewerkers zijn uitgerust. De lokale bevolking wordt betrokken bij besluiten en is bewust van z’n rechten. Elk jaar krijgen de concessies bezoek van een auditor die niet alleen het bos, maar ook de omringende dorpjes bezoekt en met de lokale bevolking spreekt over de sociale, ecologische en economische omstandigheden.” En hij kan het weten: omdat WCS een conservatieproject heeft in een FSC-concessie, worden ook zij jaarlijks gecontroleerd door de FSC-auditors. “Ze stellen ons vragen over onze afvalinzameling en kijken in onze opslagruimte of we daar geen chemicaliën opgeslagen hebben.” Een goede zaak, vindt hij.
In het niet-gecertificeerde gebied in het zuiden vormt stroperij een groot probleem, waar de boseigenaren zelf vaak een aandeel in hebben. “De boseigenaren sturen hun werkers voor een week het bos in zonder proviand. De werkers zijn uitgerust met wapens en wanneer zij honger krijgen, doden ze gewoon een dier. Door afwezigheid van certificering wordt hier niets aan gedaan. Er is niemand die het controleert, ook de overheid niet.” Het tegengaan van de illegale jacht is een belangrijk actiepunt in FSC gecertificeerde bossen. Hiernaast worden in het bosbeheer ook heel wat maatregelen genomen die direct of indirect de biodiversiteit in stand houden. Met een duidelijke positieve impact: verschillende onderzoeken tonen aan dat bijvoorbeeld populaties van grote zoogdieren, waaronder mensapen, in FSC gecertificeerde concessies een goeie bescherming krijgen, vaak zelfs meer nog dan in de omliggende reservaten.
Met veel gevallen van corruptie en illegale kap heerst hier in Europa vaak de gedachte dat het beter is om maar helemaal geen tropisch hout meer in te voeren. Maar dit spreekt Tim tegen. “WCS werkt in Zuid-Congo hard om stroperij tegen te gaan, maar als NGO in een niet-gecertificeerde concessie gaat dat erg moeizaam. De gebieden die wel gecertificeerd zijn vertonen echter steeds meer tekenen dat FSC een positieve invloed op de overheid heeft door het bevorderen van transparantie en participatie.” En dan, krachtig: “Hier in Europa raken we vaak verstrikt in politieke debatten. Maar in de tropische regio’s, waar het er echt toe doet, is het debat niet ingewikkeld. Wanneer je in het bos staat denk je enkel: helpt dit of helpt dit niet? En feit is: FSC helpt. De omstandigheden zijn in de FSC-concessies stukken beter dan in de andere concessies. FSC maakt deel uit van de oplossing: duurzaam bosbeheer moet ervoor zorgen dat het bos economisch waardevol wordt zoals het nu is, en FSC certificering kan hier zeker aan bijdragen. Pas wanneer de waarde van het behoud van het bos voldoende groot geacht wordt, zal men ook lokaal het mee in stand willen houden . Uiteindelijk is het zo simpel.”
Ondanks de tegenslagen die vaak gepaard gaan met het werken voor een NGO in een land als Congo, gaat Tim voorlopig nog niet weg. Zijn intrinsieke motivatie voor het behouden van zijn omgeving is groot. Wat hem het meest fascineert aan het tropisch regenwoud? “Het gevoel dat er overal om je heen leven is. Alles is in beweging. Soms denk je niets te zien, maar dat is totdat je écht gaat kijken. En dan realiseer je je dat er overal om je heen, op elk afzonderlijk blaadje en in de donkere aarde onder je voeten, verschillende soorten insecten leven. Dat wat een verlaten stuk bos leek, komt plotseling tot leven. Vogels verschijnen vanuit het niets. Je realiseert je dat al dat leven er altijd is.” Hij is even stil en vervolgt dan: “Ook de diversiteit aan planten is onvoorstelbaar. Het feit dat er planten groeien op planten die op planten groeien. Alles groeit door zichzelf en elkaar heen in een poging om bij het licht te komen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de geur. Die geur is uniek. Het is een wonderbaarlijk gevoel om je in een regenwoud te laten omringen door dit alles. De diversiteit van het ecosysteem is ongelooflijk.”
Bron: herwerkt op basis van tekst FSC Nederland