Wat houdt biologische appel- en perenteelt in?
Zoals voor alle teelten vertrekt de biologische teler van de bodem: hij investeert veel in een gezonde bodem want dat is zijn geheime wapen tegen ziektes en plagen. Hij voedt de bodem met compost of dierlijke mest en niet met kunstmest.
Vervolgens kiest de teler voor een variatie aan rassen. Hij zal niet alleen commercieel interessante rassen telen zoals Jonagold, maar ook robuuste, mogelijk oudere rassen die resistent zijn tegen bepaalde ziektes.
Appel- en perenbomen blijven meerdere jaren staan. Een jaarlijkse teeltrotatie zoals bij groenten is bij fruitbomen dus niet mogelijk. Bij deze meerjarige teelten is het voeden van de boomgaard dan ook extra belangrijk.
Onkruid wordt ingeperkt met de hand of met een machine, maar nooit met herbiciden.
Om insecten en ziekte te bestrijden moet een biologisch teler goed weten wat er leeft in zijn boomgaard en die maandenlang nauwgezet in de gaten houden. Hij moet de zwakke schakel in de cyclus van elk schadelijk insect of schimmel leren kennen. En op het juiste moment ingrijpen als er zich een plaag aandient.
Een voorbeeld: Schurft overwintert graag op gevallen bladeren. Wanneer die bladeren gedurende langere tijd vochtig zijn beginnen de schuftsporen te kiemen. Een biologische teler kan zijn boomgaard beschermen door alle afgevallen bladeren die schurft bevatten al in de herfst te versnipperen en ervoor te zorgen dat de kiemende sporen zo snel mogelijk worden verteerd door het bodemleven (regenwormen…). Ook kan hij inzetten op een slimme algemene aanpak, namelijk zorgen voor meerdere rassen in boomgaard en geen monocultuur.
Ingrijpen kan ook door zieke bladeren of vruchten te verwijderen, door natuurlijke vijanden aan te trekken, door insecten in de val te lokken, door de voortplanting af te remmen of door in beperkte mate gewasbescherming op natuurlijke basis te gebruiken. Na de oogst mag een biologisch teler zijn fruit niet met een of ander middel behandelen.
Nieuwsgierig naar meer? Op biomijnnatuur.be word je uitgebreid meegenomen in de boomgaard en leer je alles over het specifieke van biologische appel- en perenteelt.
Welke rassen zijn er in bio?
Er bestaan zoveel meer appel- en perenrassen dan de rassen die we doorgaans in de winkel terugvinden. Elke soort heeft zijn eigen typische smaak en kenmerken. Wil je weten hoe deze rassen eruitzien en hoe ze smaken? Je ontdekt het in de folder over bioappels en de folder over bioperen.
Waar koop je bioappels en -peren?
Wil je biologisch fruit kopen? Kijk dan uit naar het groene, Europese biolabel op de verpakking. Want zo herken je makkelijk bio.
Biologisch pitfruit vind je vrij makkelijk. Vele klassieke supermarktvestigingen bieden biologische appels aan en je vindt sowieso biologische appels en peren in gespecialiseerde biowinkels. Wil je de Vlaamse biologische telers steunen, kijk dan zeker naar de herkomst en spreek eventueel je winkelier erop aan.
Je kan ook via de korte keten je fruit aankopen: sommige telers hebben een hoeveverkoop (je vindt ze hier). Biologisch fruit wordt ook meer en meer aangeboden in abonnementen. Lokaal is overigens niet hetzelfde als biologisch. Ga je rechtstreeks bij de boer aankopen, kijk dan op onze website (www.biopunten.be) of het bedrijf gecertificeerd biologisch is of vraag aan de teler naar zijn certificaat voor bio.