Voor het zesde verhaal kwam Samenhuizen in de buurt van Turnhout terecht, in Vosselaar en Beerse om precies te zijn. In deze groene omgeving staan “kasten van huizen”, maar vaak worden die villa’s bewoond door slechts één of twee personen. Bij House of Colours doen ze dat anders: in de Houses of Colours wonen gemakkelijk vijftien personen samen als één grote, nieuw samengestelde familie.
Initiatiefneemster en bewoonster Hilde Stockman heeft een al bewogen carrièrepad afgelegd. Ze werkte ooit als maatschappelijk werkster in de gevangenis rond herstelgerichte detentie – ervoor zorgen dat de mensen in een betere staat de gevangenis verlaten, dan ze erin kwamen zeg maar. In haar contact met de gedetineerden hoorde ze vaak: “Als we de ondersteuning die we nu in de gevangenis krijgen al eerder hadden gekregen, waren we wellicht nooit hier beland”. Hilde: “Veel gedetineerden zijn naast dader ook slachtoffer, vaak van dingen die ze in hun jeugd meegemaakt hebben zoals oorlog, misbruik, racisme en mishandeling.”
“Wat die jongen nodig heeft, bestaat niet”
Met het oog op preventie zijn het de kwetsbare jongeren die flirten met de criminaliteit de groep die onze aandacht nodig heeft. Tijdens een zomerkamp voor oorlogsslachtoffers kwam Hilde in contact met Lucas, een 15-jarige niet-begeleide jongen uit Burundi. Hij had acht jaar lang op straat geleefd en vanalles meegemaakt. Lucas bleek een slimme gast, maar compleet onhandelbaar op school. Ook in de instelling waar hij woonde ging het slecht. “Wat die jongen nodig heeft, bestaat niet”, stelden de hulpverleners met hun handen in hun haar.
Betaalbaar wonen voor minderjarige vluchtelingen en andere kansengroepen, waar kan het vandaag nog? House of Colours maakt het mogelijk in de omgeving van Turnhout
Maar hoeveel andere gevallen zoals Lucas zijn er dan nog die eigenlijk buiten elk systeem vallen? Hilde vroeg Lucas wat hij met zijn leven wilde doen. Hij zei: “Dat heeft nog nooit iemand aan mij gevraagd. Ik wil doen wat jij doet, jongeren helpen.” Lucas wist precies wat kwetsbare jongeren nodig hebben: ergens bij horen. Alle mensen zijn ‘groepsdieren’, maar onder jonge nieuwkomers is de drang om ergens bij te horen nog sterker, omdat ze hun vrienden hebben achtergelaten in hun land van herkomst.
Kleurrijke familie
Toen is de samenwerking tussen de twee gestart. Hilde nam Lucas op als pleegkind en gaf hem thuisonderwijs. Daarnaast gaf ze hem een leercontract en organiseerden ze samen kampen voor jongeren. Hilde: “Op een gegeven moment kwamen ze de jongeren die niet te plaatsen waren aan onze deur afzetten. Toen hebben we ons eerste huis gehuurd.” Het was Lucas die de naam ‘House of Colours’ bedacht.
Wie wonen er in House of Colours? Er wonen vooral veel verschillende mensen – niet enkel jongeren meer, maar ook gezinnen en alleenstaande volwassenen. Mensen uit alle windstreken die vaak van alles hebben meegemaakt. Er zijn niet-begeleide minderjarige vreemdelingen onder de bewoners, maar ook vluchtelingen, andere migranten en Belgen. Hilde: “De bezoekers van de Colruyt hiernaast kijken weleens verrast als ze onze bewonersgroep zien, ‘Wat een kleurrijke familie woont er daar’, zeggen ze dan”.
Laatste hoop
House of Colours voorziet vooral in een nood: betaalbare woonruimte voor mensen die vaak van een minimum moeten rondkomen. Voor sommige bewoners is House of Colours hun laatste hoop – als ze niet hier woonden, zouden ze waarschijnlijk (nog steeds) op straat leven. Een groot deel zit – zoals vluchtelingen die net hun papieren hebben gekregen – in een overgangssituatie. Ze zijn op zoek naar werk of volgen een opleiding en moeten in de tussentijd vaak rondkomen van een sociale uitkering zoals leefloon.
Het leefloon bedraagt tegenwoordig 892 euro per maand voor een alleenstaande. Huur daar nog een woning van en er blijft weinig over om van te leven. Voor een samenwonende – zoals in House of Colours – bedraagt het leefloon 595 euro per maand. Aangezien de huur er 300 euro bedraagt (alle kosten inclusief), houden de bewoners netto meer over dan wanneer ze elders een studio huren. House of Colours werkt daarnaast ook samen met lokale ondernemers om de bewoners aan jobs te helpen. Ook heeft House of Colours haar eigen voedselbank opgericht om de kosten voor maaltijden zo laag mogelijk te houden.
Daarbij komt nog dat in House of Colours integratie in de samenleving vlot en spontaan verloopt. Abdul* kan het weten, hij verbleef een tijdje in een asielcentrum: “Daar spraken de Albanezen alleen met andere Albanezen, de Afghanen met andere Afghanen en niet met de rest.” Micheline* valt hem bij: “Ik ben Congolese, maar iedereen spreekt hier met iedereen. We helpen elkaar met alles, als één grote familie”. De buurtbewoners komen ook regelmatig over de vloer bij House of Colours, bijvoorbeeld tijdens één van de vele feestjes of volksdanssessies.
Belgische of Afrikaanse tijd?
Al die verschillende talen en culturen bij elkaar in één huis, zorgt dat nooit voor miscommunicaties of botsingen? Hilde: “Het is belangrijk dat we respect voor elkaar en elkaars cultuur opbrengen, multicultureel samenleven kan je leren. We veroordelen elkaar niet.” Iedereen in huis mag de taal spreken die hij of zij wil. Naar de eigen kinderen toe spreken de meeste bewoners natuurlijk hun moedertaal. Hilde: “Ik spreek Nederlands met hen en als dat niet lukt eventueel Engels. Er zijn geen strikte taalregels, Nederlands of niet – taal is voor ons in de eerste plaats een communicatiemiddel.”
Verder blijken sommige zaken zeer cultuurgebonden, het begrip tijd bijvoorbeeld. “Als we een afspraak maken vraag ik er soms bij: ‘Bedoel je om drie uur Belgische tijd of drie uur Afrikaanse of Italiaanse tijd?’ Als het dat laatste is, dan weet ik dat ik er gemakkelijk nog twee uur bij mag tellen”, zo vertelt Hilde. Ergernissen onder de bewoners komen vaak voort uit cultureel bepaalde verwachtingen. “Het is beter om die verwachtingen niet te hebben, dan raak je ook niet teleurgesteld. Als je toch een bepaalde verwachting van iemand hebt, dan moet je dat ook uitspreken – communicatie is essentieel.”
Don’t become the system
Er is weinig structuur, dat is één van de meest opvallende zaken in House of Colours. Er is bijvoorbeeld geen beurtrollensysteem voor de huishoudelijke taken en ook geen vaste werkdag zoals veel andere woongemeenschappen wel hebben. Hilde: “We hebben weinig vaste taken of schema’s. Meestal zegt er wel iemand iets zoals: hé onze wasplaats kan wel een likje verf gebruiken, zullen we er aan beginnen?” Zo is het duidelijk vandaag gegaan, want de bewoners zijn op het moment van mijn bezoek druk in de weer met kwasten en verfrollers.
Het ontbreken van structuren in huis en ook absorptie door bestaande structuren was een bewuste keuze: “De formule van het succes achter House of Colours is juist dat we geen deel zijn van een bestaande structuur. Anders zouden we niet anders zijn dan bijvoorbeeld het OCMW of een instelling: je voegt er x aantal maatschappelijk werkers aan toe en voilà daar is de structuur. Nee, dat willen we juist niet. We voldoen nu aan een vraag waaraan de bestaande structuren niet kunnen voldoen.” Het is daarom ook een bewuste keuze van House of Colours om géén subsidies aan te vragen en zo onafhankelijk mogelijk te blijven.
Naar de toekomst toe zou Hilde graag zien dat er meer Houses of Colours bij zouden komen – hier in België of elders. De vraag naar betaalbaar gemeenschappelijk wonen voor kansengroepen blijft immers zeer groot. Maar die uitbreiding mag niet ten koste gaan van alles: “House of Colours mag niet in een vaste structuur gegoten worden. Lucas zei altijd: Don’t become the system [wordt geen deel van het systeem, RD]. Dat zou niet werken.”
* De namen van Abdul en Micheline zijn gefingeerd uit privacy-overwegingen.
Website van House of Colours (externe link)
Op dit moment zijn er drie Houses of Colours in Beerse, Vosselaar en Retie.