Hoewel de eerstvolgende verkiezingen nog bijna een jaar van ons verwijderd zijn, lijkt het alsof de electorale campagnes in een aantal steden en gemeenten reeds volop losgebarsten zijn. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, het feest van de democratie weet u wel, maar dan moet de inhoud wel primeren. In dat opzicht verdient gedeelde mobiliteit een plaatsje bovenaan de beleidsagenda. De dagelijkse praktijk toont immers aan dat we met z’n allen op de grenzen van het ‘autosolisme’ botsen. Gelukkig beschikken lokale besturen over de nodige tools om de mobiliteit van de toekomst mee vorm te geven.
Alarmfase rood
De noodzaak van een toekomstgericht mobiliteitsbeleid wordt steeds duidelijker zichtbaar
De noodzaak van een toekomstgericht mobiliteitsbeleid wordt steeds duidelijker zichtbaar. De onaflaatbare stroom aan auto’s zorgt voor steeds frequentere en langere files. Het aantal personenwagens neemt jaar na jaar toe, met een extra druk op onze publieke ruimte tot gevolg. Voor al die extra auto’s zijn er immers ook meer parkeerplaatsen nodig. Op ecologisch vlak tekent zich daarnaast een negatieve trend af. De totale CO2-uitstoot in Vlaanderen daalt gestaag, maar tegelijk tonen cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij aan dat de uitstoot door transport de laatste vijftien jaar met tien procent is gestegen. Klimaatexpert Jos Delbeke verwoordde het recent nog als volgt: “Hét probleem voor Vlaanderen is het transport en het gebruik van het privévoertuig”.
Lokale overheden to the rescue
En dan nu het goede nieuws: lokale besturen hebben belangrijke sleutels in handen om dit probleem aan te pakken en met vernieuwend beleid volop voor alternatieven te kiezen. Gedeelde mobiliteit is in dat opzicht the way to go. Een deelwagen haalt immers gemiddeld vijf tot tien andere wagens van de weg en onderzoek toont aan dat autodelers vaker beroep doen op zachte vervoersmodi en op het openbaar vervoer. Steden en gemeenten kunnen op verschillende domeinen mee aan de kar trekken.
Leefbare gemeente
Zo kan de inplanting van een Mobipunt, een fysieke plaats waar openbaar vervoer, autodelen, carpoolen en fiets(en)(delen) samenkomen, ervoor zorgen dat de alternatieven van het privé wagenbezit de nodige ruimte krijgen om verder door te groeien. Met een sterk mobiliteitsbeleid kan het lokale bestuur ook duidelijke keuzes maken. Men kan ervoor opteren om parkeerplaatsen voor te behouden voor autodelers, om bedrijven te ondersteunen die carpoolmaatregelen nemen of om samen met zorginstellingen werk te maken van een aanbod aan aangepaste, toegankelijke voertuigen. Elke gemeente beschikt overigens over een eigen wagenpark, waarom zou dat niet gedeeld kunnen worden met de inwoners? Zo kan gedeelde mobiliteit ook haar ingang vinden bij minder evidente doelgroepen en tegelijk een belangrijke schakel vormen in het vervoer op maat.
Via gedeelde mobiliteit werk maken van een leefbare en inclusieve stad
Al deze beleidsvoorstellen staan vervat in het memorandum waarmee Autodelen.net en Taxistop lokale overheden warm willen maken om via gedeelde mobiliteit werk te maken van een leefbare en inclusieve stad.
“Niets doen is geen optie”, zong Wannes Capelle van Het Zesde Metaal, en gelijk heeft hij. We moeten ons de vraag durven stellen of het bezit van een (tweede/derde) wagen maatschappelijk steeds de beste optie is. Wij geloven dat lokale besturen via hun beleid mee een antwoord kunnen bieden op die vraag.
Lees hier het memorandum: Memorandum Gedeelde Mobiliteit 2017