Exact twintig jaar geleden beslisten meer dan veertig milieu-, socio-culturele en Noord-Zuid organisaties om het Netwerk Bewust Verbruiken op te richten. Ze zouden samenwerken om de consument bewuster te maken van duurzame keuzes: minder verpakkingen, groenten van het seizoen, minder vlees, lokale producten, geproduceerd in goede arbeidsomstandigheden, tweedehands, zonder vervuilende stoffen, of gewoon meer doen met minder door te delen en te repareren. In de jaren die volgden werd het lijstje mogelijkheden om bewust te verbruiken langer en diverser. Het bewustzijn groeide. Toch bleef de duurzame consument de uitzondering in een wereld die steeds sneller draaide, met meer (online) services en oneindig aanbod. Vandaag staat het klimaat er slechter voor dan 20 jaar geleden, de biodiversiteit is achteruit gegaan. In productielanden werken mensen nog steeds in barre omstandigheden om de Westerse consumptiehonger te stillen.
De olifant
Terwijl we nadachten over hoe we 20 jaar “bewust verbruiken” in de verf zouden zetten, brak de coronapandemie uit. De wereld ging in shock. Het coronavirus vormt plots een ernstige bedreiging voor de gezondheid, vooral van de meest kwetsbaren. Onze werkpatronen, zorgvoorzieningen, sociale omgang en vrijetijdsbesteding zijn ruw doorbroken. De onzekerheid weegt. We zien armoede en ongelijkheid toenemen. We maken ons zorgen over het perspectief van de vele (tijdelijk) werklozen, kleine ondernemingen, freelancers, kunstenaars … en de langetermijngevolgen van de economische dip.
Tegelijk halen we energie uit dit gigantisch sociaal en ecologisch experiment dat we zelfs in onze stoutste dromen niet hadden durven te bedenken. De wereld in pauze. Lege autostrades en zuiverdere lucht, genieten van groen dichtbij huis, minder onnodige consumptie en meer boodschappen bij de lokale boer, minder reclame, flexibele werkritmes, hartverwarmend veel solidaire initiatieven, respect voor gezondheid en sociale beroepen … Principes en structuren die voorheen onveranderlijk leken, zoals de globalisering van de markten, staan vandaag ter discussie. De crisis neemt dus ook een onzekerheid weg: verandering is mogelijk en wel op korte termijn.
Blijkbaar kan een overheid de ganse bevolking ertoe bewegen om te handelen in het algemeen belang. Blijkbaar kunnen mensen snel schakelen en hun gedragspatronen aanpassen. De milieubeweging en wereldverbeteraars putten daar hoop uit. Kunnen we na deze crisis dan ook de klimaatverandering aanpakken, samenwerken aan een economie op maat van mens en milieu?
Het werk dat ons wacht is aanzienlijk. Ook dat heeft het coronavirus scherpgesteld. Mensen die al met de armoedegrens flirtten, zakken daar nu onder. Mensen in precaire arbeidsstatuten vallen van de ene dag op de andere zonder inkomen. De arbeiders in het Globale Zuiden voor een hongerlonen aan onze kleding en spullen werkten, bijvoorbeeld, staan vandaag op straat.
Zullen we het dan eindelijk hebben over de olifant in de kamer: ons economisch systeem dat groei boven een goed en gezond leven voor iedereen stelt?
Sufficiëntie: de economie van het genoeg
De stemmen die bij de heropstart van de economie pleiten voor een transitie naar een groene en veerkrachtige economie, klinken steeds luider. Maar het maatschappelijk debat plaatst nog te weinig vraagtekens bij de noodzaak van economische groei.
Willen we echt komaf maken met hyperconsumentisme en wegwerpcultuur, de uitbuiting van kwetsbare mensen, de ratrace die ons massaal doet struikelen? Dan moeten we de olifant de kamer uit duwen met serieuze scenario’s voor een post-growth economie, een economie van het genoeg.
Laten we om te beginnen uitspreken wat ons gelukkig maakt, wat een goed leven inhoudt. Dan komen we er misschien toe om zoals in Nieuw Zeeland een welzijnsbegroting op te maken, die niet het bnp maar het geluk van de inwoners als maatstaf van succes neemt.
Voldoende na corona
Een stabiel welvaartsmodel maken dat niet afhankelijk is van groei, is zeker niet eenvoudig. Maar maatschappijcritici en wetenschappers zoals Tim Jackson, Kate Raworth en Jason Hickel buigen zich daar al vele jaren over. Vandaag dringen hun ideeën eindelijk verder door. Zo publiceerde OESO (internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) enkele maanden geleden het rapport ‘Beyond Growth' dat aanstuurt op een paradigmashift. Amsterdam maakte recent bekend het donut-model van Kate Raworth te zullen implementeren.
De coronacrisis kan een bredere beweging op gang brengen van mensen die willen investeren in een rechtvaardige economie, ten dienste van de mens en de omgeving. Er verschijnen al heel wat dromen op het digitaal platform van de Post Corona Movement. Onder de noemer #BeterNaCorona roepen denktanks en media op om toekomstgericht na te denken aan een heropbouw. Daar sluit Netwerk Bewust Verbruiken zich volmondig bij aan.
Twintig jaar na de start van ons netwerk om de samenleving te inspireren rond duurzaam consumeren, denken we dat het tijd is om een samenleving te enthousiasmeren rond sufficiëntie, de economie van genoeg. Wat hebben we nodig opdat iedereen een goed leven zou kunnen leiden? Hoe kan iedereen toegang hebben tot voldoende middelen om aan zijn of haar behoeftes te voldoen? Sufficiëntie beperkt overconsumptie en versterkt de positie van kwetsbare mensen. Het voedt dromen over gelukkig en gezond leven voor iedereen op deze planeet.
Netwerk Bewust Verbruiken wil die dromen vertalen naar wervende projecten. We willen de komende jaren een plek helpen creëren waar denkers, doeners, partners uit het middenveld, vrijwilligers, geëngageerde burgers en beleidsmakers samenkomen om de economie van het genoeg concreet vorm te geven. En we hopen op veel medestanders. Laat je horen!
Barbara Janssens, coördinator Netwerk Bewust Verbruiken
barbara(at)bewustverbruiken.be