Zullen we het eindelijk hebben over de olifant in de kamer?
Sufficiëntie als waardig alternatief
Wanneer de wonden gelikt maar niet geheeld zijn
Wanneer de doden geborgen maar niet vergeten zijn
Wanneer de maskers gezakt maar niet verdwenen zijn
Wanneer de ogen bereid zijn
Zullen we dan eindelijk?
Wanneer de monden weer proeven
Generaties weer doen wat ze moeten : verschillen
Wanneer we stap voor stap de hand reiken
Het stof uit onze ogen wrijven
En verzamelen wat we toen nog niet wisten
zullen we dan eindelijk?
Wanneer de bestemming bereikt is van de bestelling die nooit op tijd is
De strandbal het pleit van de zeeraket beslecht heeft
De schermen -verzadigd- geen mens meer belichten
Zullen we dan eindelijk?
Wanneer de gewezen vingers
verpulverd, verbrokkeld, versplinterd
doelloos zwalpen door de straten
gespeend van avonduur
en niemand nog weet of er ooit wel een kamp was voor de bal
Zullen we dan?
Eindelijk?
Met knipperende ogen en open monden omkijken?
Zullen we zien dat we niet wisten hoe?
Zullen we praten in een ronde en geen halve
over de lange termijn die steeds korter wordt?
Zullen we praten met de handen in de aarde?
Zullen we zien dat we kantelen en zullen we kiezen?
Zullen we het vuur doen branden van wat leeft en doet leven?
Zullen we het weer weten?
Wie we zijn en wie we eten?
Zullen we de afgelegde maskers bewaren
om met kennis van zaken en weinig tijd
geschiedenis te schrijven?
Zullen we oversteken op de schouders van onze voorouders?
Zullen we kiezen?
De gangmakers eerst
visionairen en verwanten
studenten en zelfstandigen
grootouders en ondernemers
banken en geleerden
vertegenwoordigers en roepers
schrijvers en boeren
en dan de moedige massa
die niets minder dan de aarde is
die kantelt.
Maaike Neuville voor De Transformisten