Hefbomen voor de hersteleconomie

Hefbomen voor de hersteleconomie

De Transformisten vzw
geschreven door De Transformisten vzwlaatst aangepast op 16/03/2020
Interview met Karel Van Acker van het platform Circulaire Economie@KU Leuven

Repareren en delen is niet alleen goed voor het milieu. Het helpt je ook om je netwerk uit te bouwen, je talenten in te zetten, waardering te krijgen en om makkelijker toegang te krijgen tot kwaliteitsvolle spullen, ook al heb je het financieel moeilijk. Repareer- en deelinitiatieven kunnen met andere woorden bijdragen aan sociale inclusie. Netwerk Bewust Verbruiken wil dat sociale potentieel van repareer- en deelinitiatieven versterken. Hoe kunnen we dat best aanpakken? Dat is de vraag die we voorleggen aan verschillende onderzoekers, organisaties, denkers en doeners.

Met Karel Van Acker van het platform Circulaire Economie aan de KU Leuven gingen op zoek naar linken tussen de repareerbeweging en bedrijven. We openen ons gesprek met prof. Van Acker met de observatie dat het aantal onderzoeks- en praktijkprojecten rond circulaire economie de voorbije jaren sterk is toegenomen, maar dat er nauwelijks projecten bij zijn met een focus op repareren. 

Hoe komt dat?

Vandaag is het makkelijker om innovatieve technologieën te ontwikkelen voor recyclage en materialenontwikkeling dan voor repareren. Bij repareren spelen immers een aantal lastige drempels die het minder aantrekkelijk maken om erop in te zetten. Een daarvan is het ontbreken van informatie. Het is vaak erg moeilijk om te achterhalen welke onderdelen er precies in een product zitten en hoe je ze kunt demonteren zonder het te beschadigen.

Kan de onderzoekswereld reparatie-informatie verkrijgen bij de producenten?

Dat is niet evident. Een bedrijf dat bijvoorbeeld wasmachines maakt, werkt vaak samen met onderaannemers die de onderdelen voor de machines maken. Daardoor heeft het zelf niet altijd zicht op hoe die onderdelen gemaakt zijn. Wat ook speelt, is de kwestie van intellectuele eigendom. Producenten stellen dat ze deze informatie niet kunnen delen, omdat ze dan bedrijfsgeheimen zouden prijsgeven. 

We doen een beroep op 'citizen science': data van gebruikers, Repair Cafés, herstellers ...

Zolang we dat probleem niet opgelost krijgen, zijn we genoodzaakt een beroep te doen op 'citizen science': gegevens verzamelen bij gebruikers, Repair Cafés, herstellers,... Bij deze mensen zit heel wat informatie die momenteel onbenut blijft.

Welke gegevens kan 'citizen science' aanreiken?

Ik denk aan gegevens over vaak terugkerende defecten, of over de levensduur van toestellen. Stel dat uit de gegevens van gebruikers en herstellers blijkt dat bij een bepaald toestel steeds hetzelfde defect voorkomt, of dat bepaalde producten erg snel kapot gaan, dan zou die informatie kunnen gebruikt worden om dat aan te klagen.

Misschien is er zelfs samenwerking met producenten mogelijk. Repair Cafés zouden de rol van testpanel op zich kunnen nemen. Repair Cafés en andere herstellers beschikken over waardevolle informatie die producenten kunnen gebruiken om hun producten te verbeteren. Dat hoeven ze niet gratis te doen. Bedrijven betalen immers ook andere testpanels.

Zijn er nog meer drempels voor experimenten met repareren?

Veel businessmodellen zijn er vandaag nog op gericht om zoveel mogelijk te verkopen. Producten die lang meegaan passen niet in dat plaatje. We zien dat kleine winkels met een goede herstelservice uit de markt worden geconcurreerd door grote ketens die lagere prijzen, maar geen hersteldienst aanbieden. Daarom zetten we bij Vlaanderen Circulair ook in op onderzoek naar innovatieve businessmodellen.

Zijn product-dienst-systemen de oplossing?

Over product-dienst-services, waarbij een bedrijf niet het product op zich verkoopt maar eigenaar blijft en enkel het gebruik en de functionaliteit verkoopt, ben ik voorzichtig positief.

Belangrijk dat we zoeken naar modellen waarin het eigenaarschap gedeeld wordt tussen consument en producent

Als we zo'n systeem ondoordacht doorvoeren, lopen we het risico dat consumenten nog afhankelijker worden van producenten en meer zullen moeten betalen, zonder dat ze daar meer kwaliteit voor in de plaats krijgen. Het is belangrijk dat we zoeken naar modellen waarin het eigenaarschap gedeeld wordt tussen consument en producent.

Waar liggen er nog kansen?

De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid lijkt me een belangrijke hefboom. Hierin kan de overheid een sturende rol spelen. Nu legt ze enkel normen op rond de recyclage van afgedankte spullen. Ze verplicht producenten om ervoor te zorgen dat de producten die ze in ons land op de markt brengen, gerecycleerd worden wanneer ze afgedankt worden. De overheid zou echter verder kunnen gaan en opleggen dat bedrijven ervoor zorgen dat een bepaald percentage van de afgedankte spullen gerepareerd wordt. Dit zou producenten er meer toe aanzetten om toestellen zo te ontwerpen dat ze makkelijk te herstellen zijn.

 

Karel Van Acker is professor in duurzaam materialenbeheer, coördinator van het Circulaire Economie@KU Leuven platform en voorzitter van de duurzaamheidsraad van KU Leuven.

Dit interview kadert in het project ‘Wij Repareren’ waarvoor Netwerk Bewust Verbruiken steun krijgt van Cera.