De studie van Departement Omgeving is een opvolging van een studie uit 2012, daardoor kunnen evoluties van het consumentengedrag in kaart gebracht worden. De onderzoekers deelden 'de consument' in 5 groepen in. Daarnaast werd ook een analyse gemaakt van nieuwe trends en noden voor de thema’s klimaat en energie, ruimte, mobiliteit, circulaire economie en voeding.
Vijf types consumenten
De onderzoekers deelden 'de consument' in 5 groepen in:
- De Vastberaden Consumenten (22,1 %) achten zichzelf in staat om de juiste beslissingen te nemen ten voordele van het milieu en hebben over het algemeen een goed beeld van wat ze zelf willen doen voor het milieu. Ze hebben het minste nood aan extra verplichtingen, maar financiële stimuli blijven welkom.
- Realistische Consumenten (22,3 %) dragen graag hun steentje bij voor het milieu. Ze zijn echter van mening dat milieuvriendelijke producten en diensten hogere kosten met zich meebrengen. Dit vormt een belangrijke drempel voor deze groep.
- De Overtuigde Consumenten (21,2 %) daarentegen stellen milieubewust leven als dagelijkse levensstijl niet in vraag. Ze maken zich zorgen om het milieu. Voor de overheid zien ze een rol weggelegd om burgers te stimuleren tot milieuvriendelijk gedrag.
- De Onverschillige Consumenten (12,8 %) staan helemaal niet stil bij hun ecologische voetafdruk en vertonen geen enkele interesse in de gevolgen van hun dagelijkse keuzes op het milieu.
- Tenslotte zijn er ook de Onwetende Consumenten (21,6 %). Zij kunnen het belang van hun acties en gedrag voor het milieu niet correct inschatten. Ze hebben nood aan uitgebreide ondersteuning om hun kennis ter zake te vergroten en om milieubewust leven ook financieel haalbaar te maken.
De vergelijking tussen 2012 en 2017 toont dat het aantal Onverschillige Consumenten significant gedaald is van 19,3% in 2012 naar 12,8% in 2017. Het aantal Vastberaden Consumenten is significant toegenomen van 15,9% naar 22,1%. De andere drie categorieën zijn stabiel over de tijd.
Milieuthema’s
Voor vijf thema’s werd gepeild naar de kennis, attitude, bewustzijn en gedrag (incl. drempels en motivatoren) van Vlaamse consumenten.
In vergelijking met vijf jaar geleden zijn er in Vlaanderen veel minder onverschillige consumenten die niet stilstaan bij hun ecologische voetafdruk
1. Klimaat en energie
Bij het thema klimaat en energie valt het op dat het merendeel van de Vlamingen zich een beeld kan vormen van de gevolgen van de klimaatopwarming. De oorzaak van de klimaatopwarming wordt wel eerder extern gelegd. Zo’n 73 % acht de uitstoot door bedrijven verantwoordelijk, 60 % wijst naar onze wegwerpcultuur als oorzaak, en slechts 24 % wijst het verwarmen van woningen aan als oorzaak van de klimaatopwarming. Wel verklaart 44 % zich bereid om in de toekomst een elektrische wagen aan te schaffen, en wil zo’n 33 % kiezen voor hernieuwbare energie. Inzake energiebronnen verwachten de Vlamingen dat het belang van steenkool, stookolie en kernenergie zal afnemen, tegenover een toenemend belang van wind- en zonne-energie. Voor aardgas zijn de meningen meer verdeeld: 54 % denkt dat dit even belangrijk zal blijven als vandaag.
2. Ruimte
Uit de bevraging van ruimte blijkt dat de aanwezigheid van basisvoorzieningen zoals scholen, winkels, post… belangrijk is bij de keuze van de buurt waar mensen willen wonen. Omgekeerd schrikken wateroverlast en de aanwezigheid van grootschalige industriële complexen mensen af om zich in een bepaalde buurt te vestigen. Het vrijwaren van meer ruimte voor natuur wordt gesteund door 81 % van de Vlamingen, en 57 % schaart zich achter de idee om bijkomende bebouwing in open ruimte slechts uitzonderlijk toe te laten. Slechts 25 % kiest voor een woning in een stad- of dorpskern, en minder dan 10 % geeft de voorkeur aan een woning met een gemeenschappelijke tuin. Een meerderheid van de Vlamingen wil zoveel mogelijk groen in hun tuin, en verklaart geen chemische onderhoudsproducten te gebruiken.
3. Mobiliteit
Op het vlak van mobiliteit laat 54 % van de Vlamingen de keuze van het vervoermiddel afhangen van de situatie. Een meerderheid van de Vlamingen (51 %) geeft de voorkeur aan het bezit van een personenwagen; 19% verklaart dat een persoonlijke wagen geen echte must is. 47% geeft echter aan het gebruik van een autodeelsysteem nooit te overwegen. De wagen blijkt het meest gebruikte vervoersmiddel te zijn, zowel voor woon-werkverkeer als voor boodschappen. Opvallend is ook de lage impact die Vlamingen toekennen aan vliegtuigreizen (slechts 28 % geeft aan dat er een grote impact zou zijn), en de eerder beperkte bereidwilligheid om op zoek te gaan naar alternatieven voor vliegreizen (39 %).
4. Circulaire economie
Met de aankoop, het gebruik en de afdanking van een product wordt op verschillende manieren omgegaan afhankelijk van de aard van het product. Zo worden smartphones vooral nieuw aangekocht, terwijl meubelen ook tweedehands worden aangekocht, en tuingereedschap ook wordt ontleend of gehuurd. Een meerderheid van Vlamingen vindt het niet kunnen dat nog bruikbaar materiaal weggegooid wordt. Inzake de levensduur van elektrische toestellen stelt een meerderheid van de Vlamingen dat elektrische toestellen langer moeten meegaan, ook als ze daardoor duurder worden. Zo’n 77 % van de Vlamingen verklaart groot elektro of tuingereedschap te herstellen bij defect, dit in tegenstelling tot slechts 35 % die zegt kleren te herstellen. Slechts 22% van de Vlamingen kent de term circulaire economie.
5. Voeding
Op vragen naar de milieu-impact van voedsel scoren het vermijden van voedselverspilling (69 %), het aankopen van seizoensgebonden fruit en groenten (68%) en het aankopen van weinig verpakte producten (65%) volgens Vlamingen hoog. De milieu-impact van een meer gematigd vleesverbruik (34 %) en de aankoop van bio-producten (24 %) wordt daarentegen lager ingeschat. Opvallend is ook het belang dat Vlamingen hechten aan dierenwelzijn. In de bevraging werd ook gepeild naar wat Vlamingen onder lokale herkomst verstaan. Voor ongeveer 60% zijn dit streekproducten en/of Belgische producten. Europese producten worden door slechts 13% van de Vlamingen als lokaal benoemd.
Conclusie van de studie
Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege: “In mijn beleid zet ik in op het verlagen van de milieu-impact van consumenten. De resultaten van deze studie brengen in beeld hoe consumenten qua kennis en gedrag evolueerden sinds 2012 en hoe ze vandaag scoren. Dat er minder onverschillige milieuconsumenten zijn, is een positieve evolutie. Ik ben eveneens verheugd dat de Vlaamse consument bekommerd is over thema’s zoals het verminderen van voedselverspilling, het vrijwaren van de open ruimte en klimaatverandering. Al is er nog werk aan de winkel om attitudes en gedrag verder in milieuvriendelijke richting te sturen. Ik nodig ook andere maatschappelijke actoren uit om met de resultaten van de studie aan de slag te gaan.”
De volledige studie vind je op www.omgevingvlaanderen.be/milieuverantwoorde-consumptie.