Stel dat je je spullen nu eens zou delen...
Ik zal jullie met bijgevoegd filmpje overtuigen om je spullen die je in jou huis aanwezig hebt te delen met je buren.
Een van de bekendste complementaire munten in Vlaanderen is het Toreke in Gent. De Stad Gent, Samenlevingsopbouw Gent, FairFin en de Vlaamse Overheid lanceerden de Torekes als pilootproject in 2010. In de buurt Blaisantvest-Rabot kunnen mensen biljetten van 1 of 10 Torekes verdienen met allerhande acties voor het milieu of voor de buurt en daar vervolgens brood, groenten, fruit of spaarlampen mee kopen. Zo zorgen de Torekes voor een dynamische samenwerking tussen buurtbewoners. Het project werd zo succesvol, dat de proeffase intussen werd ingeruild tegen een ‘project van onbepaalde duur’. De Torekes wonnen vorig jaar de Oost-Vlaamse prijs voor het sociaal-cultureel werk 2013.
Om vormen van bedrijvigheid in gang te zetten, gaan ondernemingen, overheden en individuen op zoek naar muntsystemen buiten de reguliere economie om.
De economische en financiële crises vormen een goede voedingsbodem voor complementaire muntsystemen. Er ontstaan allerlei problemen: bedrijven sluiten, werkloosheid neemt toe, banken geven minder snel leningen… Maar de noden blijven bestaan. Om toch vormen van bedrijvigheid in gang te zetten, gaan ondernemingen, overheden en individuen op zoek naar muntsystemen buiten de reguliere economie om. Daarnaast zijn er ook grote maatschappelijke kwesties, rond milieu en vergrijzing bijvoorbeeld, die vragen om alternatieve oplossingen. Iedere gemeente of organisatie die een munt wil lanceren, bepaalt zelf wat voor hen belangrijk is. In Gent was het bijvoorbeeld de droom van de bewoners om een hofje te hebben dat het startpunt bood voor de stad om de Torekes in te voeren.
Organisaties in Turnhout belonen je met Troeven wanneer je voor hen activiteiten verricht gericht op een betere buurt. Een binnentuin onderhouden, meehelpen in het buurthuis, nieuwe Turnhoutenaars welkom heten, meehelpen met een schoonmaakactie of een kaartspel spelen met ouderen in het verzorgingstehuis. Troeven kunnen worden omgewisseld bij een aantal organisaties of handelaars in de buurt.
De e-portemonnee is inmiddels operationeel in tien Limburgse gemeenten. Inwoners kunnen punten verdienen door duurzaam gedrag (anti-reclamesticker op brievenbus, thuiscomposteren, zwerfvuilacties…) en uitgeven aan duurzame producten (spaarlampen, NMBS reischeques, aankopen Kringwinkel…). De doorstart van de e-portemonnee maakt deel uit van het Europees project Community Currencies in Action (CCIA) waarvan FairFin een van de partners is.
Het Kenniscentrum Woonzorg Brussel vzw start onder de naam BuurtPensioen een gemeenschapsmunt op. Leden verdienen ‘kredieturen’ door ondersteuning te leveren aan andere ouderen of personen met een beperking in de wijk. De gepresteerde uren worden geregistreerd in hun persoonlijke kredietrekening en kunnen onmiddellijk of later gebruikt worden om een familielid, een vriend, of zichzelf de nodige hulp te bieden. Je draagt iets positief bij aan de buurt en tegelijk werkt aan je eigen toekomst, zonder afhankelijk te moeten zijn van je spaarcenten of pensioenuitkeringen. Dit pilootproject krijgt steun van de Vlaamse Overheid binnen de oproep Sociale Innovatie.
De Nederlandse organisatie Qoin lanceert op 20 maart de TradeQoin, een munt voor KMO’s. Een initiatief dat bij het publiek kritiek uitlokt: het bedrijfsleven faciliteren, wat is daar nou sociaal aan? Rob van Hilten van Qoin legt uit: “Onze cultuur wordt bepaald door het bedrijfsleven. Door het wegnemen van handelsbarrières is er een oneerlijke speelvloer ontstaan voor multinationals en kleinere ondernemingen. Resultaat: clone cities (steden die door de winkelketens zo op elkaar lijken dat ze inwisselbaar zijn, red.). Wij willen KMO’s betere posities geven, zodat werkgelegenheid en cultuur wordt behouden. Dat lijkt mij zéér sociaal.”
Op 1 april wordt een handboek gemeenschapsmunten voor lokale besturen gelanceerd. Een overzicht van projecten rond complementaire munten vind je op de site van FairFin.