Misschien denken de lezers dat er geen mode meer wordt geproduceerd in België, dachten ze bij Trends magazine. Daarom publiceert Trends deze week portretten van eigenzinnige ontwerpers die samenwerken met lokale fabrikanten. Zolang de capaciteit dat toelaat, want het aantal ateliers is beperkt en medewerkers moeilijk te vinden.
Transport beperken
Marjan Storme heeft een damescollectie onder eigen naam. Zij laat optekenen: "We mogen als land trots zijn op onze kennis over textiel. Als lokaal modelabel wil ik het Belgische vakmanschap ook steunen, op mijn bescheiden manier, voor het verloren gaat. Bovendien is het beter voor het milieu als we het transport van kledingstukken en zakenmensen beperken."
Wanneer gaan de hipsters naast bier brouwen, potten bakken en koffie branden ook naaien en stikken?
Lokaal, sociaal en circulair
Schoenontwerper Caro Peirs (Tropas) zweert bij lokaal, sociaal en circulair. "Als ik damesschoenen op de markt zou brengen, dan moesten die stijlvol én sociaal verantwoord zijn. Ook ecologisch wilde ik een stap vooruit zetten. (...) Mijn eerste collectie, die vanaf maart te koop zal zijn, is volledg uit jeans gemaakt, op de zolen na. Medewerkers van de sociale werkplaats Den Azalee in Sint-Niklaas verzamelen de jeansbroeken. Die worden gewassen in een andere sociale werkplaats en geknipt in nog een andere. Voor de productie ben ik moeten uitwijken naar Spanje. Ik werk samen met een klein familiebedrijf in Elche en ik zie daar met mijn eigen ogen dat de loon- en werkomstandigheden in orde zijn. (...) Ik ontwerp ook circulair, dat wil zeggen dat ik zo weinig mogelijk onderdelen en materialen gebruik en dat de schoenen worden genaaid in plaats van gelijmd, zodat ze achteraf weer uit elkaar kunnen worden gehaald zonder restafval achter te laten."
Ontwerper Jan Van Essche sluit de rij. "Of in België produceren te duur is? Niet voor beperkte aantallen. Wat je uitspaart in het buitenland, ben je kwijt aan transport. Bovendien heb ik graag persoonlijk contact met de mensen met wie ik samenwerk en steun ik graag lokale textielfabrikanten. Doordat we de achterkant van de ateliers kennen, zijn we zeker van de arbeidsomstandigheden. Het is ook praktisch: blijkt er twee meter stof te weinig, dan brengen we die snel. (...) Het liefst laat ik alles in België maken, maar vaak is het zoeken naar capaciteit. Het is voor de ateliers aartsmoeilijk om personeel te vinden. Wanneer gaan de hipsters naast bier brouwen, potten bakken en koffie branden ook naaien en stikken? Want confectie, dat is evengoed een ambacht."